ZANDVOORT - De gemeente Zandvoort mocht een vergunning geven voor de gedeeltelijke sloop en verbouwing van de watertoren. Dit heeft de rechtbank Noord-Holland beslist.


Monumentale waarde

De watertoren in Zandvoort is tussen 1949 en 1951 gebouwd en in 1995 aangewezen als gemeentelijk monument. Al sinds de jaren '90 staat een transformatie van de watertoren op de agenda en daarover zijn verschillende gerechtelijke procedures gevoerd. De gemeente heeft in april 2023 onder meer een vergunning verleend voor de gedeeltelijke sloop en verbouwing van de watertoren.

In de beroepsprocedure tegen de verleende vergunning voeren de partijen aan dat het plan een oppervlakkige herinnering vertoont aan de bestaande watertoren. Het wordt een gesloten bastion, alleen bestemd voor de bewoners van de 11 appartementen. Volgens hen heeft de eigenaar niet gemotiveerd dat het plan de kwaliteit heeft die past bij het belangrijkste landmark uit de wederopbouwperiode van Zandvoort, een monument van lokaal en nationaal belang.

De gemeente stelt dat de vergunning verleend mocht worden omdat er een positief advies van de welstandscommissie voor is gegeven. Bij de herontwikkeling is men niet over één nacht ijs gegaan. Daarbij was van belang dat vanaf 2006 al sprake is van een wens tot realisering van woningen. Als gevolg daarvan is het bestemmingsplan gewijzigd. Veel van de watertoren blijft behouden en de vernieuwde watertoren blijft haar landmarkfunctie vervullen.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter vindt dat de gemeente de vergunning kon verlenen. Door de gemeente is inzichtelijk gemotiveerd dat er een gedegen plan ligt. Alle ingrepen zijn zorgvuldig onderzocht en de architectuur sluit aan bij de eisen die vanuit het oogpunt van welstand en monumentenzorg aan de watertoren zijn gesteld. Ook heeft de gemeente laten zien hoe de belangen van de aanvrager zijn afgewogen tegen de belangen van het beschermde monument. De gemeente heeft volgens de voorzieningenrechter na gedegen onderzoek voldoende gemotiveerd waarom bepaalde onderdelen van de watertoren niet konden worden behouden.