Tijdens het voorlezen zaten de kinderen aandachtig en vol spanning te luisteren naar de avonturen van Rinus. Soms kwamen er verrassende vragen en reacties, zoals: “Waar is de opa dan?” en “Oh nee, kijk, de tijger valt!” Toen de burgemeester aan het eind vroeg of ze het een mooi verhaal vonden, knikten de kinderen enthousiast. Hij voegde er glimlachend aan toe: “Ik had vroeger ook zo’n stoere opa als Rinus”.
Burgemeester Moolenburgh benadrukte het belang van voorlezen: “Mijn favoriete voorleesboek was ‘Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft’. Maar het liefst verzon ik zelf verhalen voor mijn kinderen. Ik vertelde hen avonturen over mensen uit het echte leven, waarin zij zelf een rol speelden”.
Voorlezen stimuleert de fantasie, vergroot de woordenschat en geeft kinderen een voorsprong bij het leren lezen. Dus kom tijdens de Nationale Voorleesdagen ook naar de bibliotheek.